Logo
Magazine
Bedrijvenpark

N
o
v
i
o
t
e
c
h
 
C
a
m
p
u
s
 
o
p
 
w
e
g
 
n
a
a
r
 
w
e
r
e
l
d
n
i
v
e
a
u

Directeur Bert Krikke over circulariteit en het ecologische landschap

Bert Krikke, directeur van Noviotech Campus staat aan de vooravond van een ingrijpende uitbreidingsoperatie. Het bedrijvenpark op het voormalige bedrijfsterrein van Phillips, dat zich afficheert als Capital of Health & High Tech Innovation, gaat qua oppervlakte zo’n beetje verdubbelen. De komende jaren komt er zo'n 130.000 vierkante meter aan kantoren, restaurants en laboratoria bij. En als het even kan, worden dit circulaire en biobased gebouwen. “Dit alles in een door MVRDV fraai vormgegeven parklandschap waar straks de eekhoorn, de pagevlinder, de regenworm, de roodvink en de egel zich thuis voelen.”

Bert Krikkes enthousiasme over de toekomstplannen van Noviotech Campus steekt hij niet onder stoelen of banken. Regelmatig onderbreekt hij het gesprek om fraaie illustraties te laten zien van hoe de campus straks een aantrekkelijke plek voor innovatieve bedrijven gaat zijn. De uitbreidingsplannen van het populaire bedrijvenpark zijn ook niet niks. “Er moet nu echt iets gebeuren om Noviotech Campus te laten doorgroeien. Er is veel behoefte aan huisvesting.” 

Nog voor de zomer gaat dan ook de schop de grond in voor het eerste gebouw. En het is niet voor niets dat dit gebouw als werktitel De Frontrunner heeft. “We willen met dit complex echt de toon zetten als het gaat om duurzaamheid en circulariteit. Het wordt een centraal gebouw en er komen horecavoorzieningen, vergader- en congresruimten, naast lab- en kantoorruimten die we verhuren.”

De Frontrunner wordt gebouwd met circulair beton en krijgt een biobased plastic gevel van rijstvliesjes

Hij hoopt dat alle nieuwbouw straks circulair is. “Helaas,” zegt Krikke, “hebben we dit niet volledig onder controle. Uiteraard schuiven we duurzaamheid wel naar voren, maar het zijn in veel gevallen de bedrijven zelf die hun gebouw gaan neerzetten. We kunnen het niet voorschrijven, maar geven met De Frontrunner wel het goede voorbeeld.” Zo wordt De Frontrunner gebouwd met circulair beton en krijgt het gebouw een biobased plastic gevel van rijstvliesjes. “Groene gevels en een circulair interieur. Met De Frontrunner willen we nieuwe bedrijven enthousiasmeren. Door er zelf hoog op in te zetten, willen we daar de markt ook mee uitdagen.” Natuurlijk, diep in zijn hart zou hij het wel willen afdwingen. “Echter, ons doel is om de campus op het gebied van health en high tech naar een nog hoger niveau te tillen. Uiteraard willen we dat duurzaam doen, maar het voorschrijven en daarmee misschien een hele belangrijke partij missen in ons ecosysteem gaat te ver.”

Image

In totaal ontwikkelt Noviotech Campus zelf een drietal gebouwen en de rest moet de markt dus doen. De Frontrunner wordt 2.500 vierkante meter, het tweede complex 12.000 vierkante meter. Dit wordt een circulaire herontwikkeling. En het derde gebouw wordt uiteindelijk het hoofdgebouw van de campus. Dat wordt een houten toren van ongeveer zeventig meter hoog. “Met deze drie gebouwen gaan we echt de trend zetten. Nogmaals, daarmee dagen we alle partijen uit om ook circulaire gebouwen te maken die energieneutraal zijn.”

De bedrijven hier behoren op hun gebied allemaal bij de wereldtop. Dan moeten we ook als campus wereldtop zijn

Hij haast zich te benadrukken dat de bedrijven en organisaties die al op Noviotech Campus gevestigd zijn, de ambitie om er een duurzaam park van te maken onderschrijven. De herinrichting van de campus, naar een ontwerp van architectenbureau MVRDV, wordt circulair en biobased. “Er gebeuren bij de 75 bedrijven die hier zitten, hele bijzondere dingen,” legt Krikke uit. “Je hebt mensen die heel geconcentreerd achter microscopen zitten, of in blauwe pakken in labs en zogenoemde cleanrooms werken. Als ze dan naar buiten gaan, moeten ze in een buitenruimte komen die het beste van het beste is, en die een welkome afleiding en inspiratiebron vormt. De bedrijven hier behoren op hun gebied allemaal bij de wereldtop. Met andere woorden: dan moeten we ook als campus  wereldtop zijn. Daar hoort in mijn beleving duurzaam, circulair, groen en biobased bij. Dat is voor mij een no-brainer.” Hij ziet het dan ook al helemaal voor zich: een natuurlijke omgeving met mooie gebouwen met veel aandacht voor architectuur. “Daarmee trekken de bedrijven die hier al zitten en zich straks hier vestigen ook makkelijker nieuwe medewerkers. Ze komen immers in een hele onderscheidende omgeving terecht. Daar ben ik van overtuigd.” 

De vijf ambassadeurs zijn de eekhoorn, de regenworm, de pagevlinder, de roodvink en de egel

Wat de nieuwe omgeving zeker moet aantrekken, zijn nieuwe natuurlijke bewoners. “We kijken niet alleen naar duurzaamheid, circulariteit en energie maar ook naar ecologie, flora en fauna.” Voor het gebied zijn vijf indicatorsoorten geformuleerd, die door Krikke als ambassadeurs worden bestempeld. Het gaat dan om de eekhoorn, de regenworm, de pagevlinder, de roodvink en de egel. “De egel staat voor een onderhoudsarm landschap, de regenworm voor een gezonde bodem en de pagevlinder voor een bloemenrijk landschap. De eekhoorn staat op zijn beurt voor een goed bomendek en de roodvink voor een eetbaar landschap. Wanneer je deze vijf soorten in je gebied hebt, dan heb je een goed ecologisch landschap. Met deze vijf indicatorsoorten trek je ook veel meer soorten aan. Deze hoogwaardige inrichting betekent ook wat voor de klimaatadaptatie, de opvang van regenwater en het voorkomen van hittestress.” 

Image

“En stel je nu voor,” zegt Krikke, “dan is het hier straks toch veel leuker rondlopen dan wanneer je je lunchpauze in een kale kantooromgeving moet doorbrengen. Dit natuurlijke verhaal zal veel bedrijven en hun medewerkers aanspreken. Ook al omdat de aanleg van het landschap praktisch gelijktijdig loopt met de ontwikkeling van de gebouwen.”

Uitdagingen

Om dit alles waar te maken, zijn er voor Krikke nog wel wat hordes te nemen. “We leggen de lat met de inrichting en verdubbeling van oppervlakte echt hoog. Maar het wordt nog een hele toer om de grondexploitatie sluitend te krijgen. Normaal bekostig je de inrichting van de openbare ruimte met de nieuwbouw. Alleen, we hebben al bebouwing staan en die brengen we ook in het nieuwe landschap. Daarnaast is het ook een uitdaging om het tempo erin te krijgen. We zitten als campus nu vol. En de belangstelling bij bedrijven is groot. Dus we moeten snel met uitgewerkte plannen komen.” Hij blikt naar buiten en zegt dan: “Een beetje gebiedsontwikkeling duurt al snel vijf jaar. Ik ben hier nu anderhalf jaar en voor de zomer gaan we aan De Frontrunner beginnen. Het woord ‘haast’ is natuurlijk nooit goed, maar we hebben er wel baat bij om tempo te maken. Omdat ook het ecosysteem er wel bij vaart als er meer bedrijven naar de regio komen.”

Lees meer artikelen: